Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker
Terug naar overzicht

Artikel

DE HEGGENMUS (Prunella modularis) door Lou Megens

U herkent de situatie vast wel. Tijdens dansles, schoolfeest of bruiloft was er  steeds dat ene meisje of jongetje dat zich door hun onopvallende gedrag zó onzichtbaar wist te maken, dat niemand hem of haar ooit kwam halen voor te dansen of plezier te maken. Het muurbloempje. Of misschien was u dit zelf wel, en wilt u daar nu liever niet meer aan herinnerd worden. Altijd als ik de heggenmus in de tuin zie rondscharrelen, wat heimelijk gebukt pikkend en zoekend op de grond naar zaadjes of insecten, moet ik aan een muurbloempje denken. Tijdens het hippen, het lijkt wel een beetje kruipdoor, sluipdoor, slaat het heggenmusje bliksemsnel zijn vleugels heel even uit. Het is bijna te snel om met het blote oog te kunnen volgen. De heggenmussen behoren tot de familie van de Prunellidae. Wereldwijd zijn er 13 soorten heggenmussen, waarvan er twee algemeen in Europa voorkomen. De gewone en de Alpenheggenmus. Deze Alpenheggenmus is een schoonheid om te zien. De vogel is ook beduidend groter dan onze heggenmus,wel zo groot als een veldleeuwerik. In Europa komen nog een aantal heggenmussen voor, die echter allemaal aan de Oost-Europese rand van Europa thuis zijn. Behalve de Alpenheggenmus die, zoals zijn naam al doet vermoeden, in de Alpen voorkomt. Alle heggenmussen komen voor op berghellingen, als er maar onderbegroeiing aanwezig is. Onze heggenmus komt voor in het grootste deel van  Europa, alleen niet in het zuidelijkste deel van Spanje, Italië en Griekenland. We kunnen in Europa de volgende soorten begroeten: - heggenmus P. modularis - zwartkeelheggenmus P. atrogularis (rand van Europa) - bergheggenmus P. montanella (rand van Europa) - steenheggenmus P. ocularis (rand van Europa) - Alpenheggenmus  P. collaris Zoals een onopvallend vogeltje betaamt, is de heggenmus bruin en grijs. Toch is deze vogel bij nadere inspectie erg mooi.Zijn borst en keel zijn blauwgrijs. De kop, rug en vleugels zijn donkerbruin met zwartbruine vlekken. Het staartje is effenbruin, en de ogen zijn bruin tot roodbruin. Jonge heggenmussen echter, hebben grijs/grijsbruine ogen, let maar eens op! De pootjes zijn roodbruin. Op het einde van het seizoen laat de  heggenmus een grijze kop zien, met nog vage bruine plekken rondom de ogen. Deze grijze kleur is het gevolg van een versleten verenkleed. Zodra de rui heeft plaatsgevonden, komt de meer bruingestreepte tekening weer terug. De man heggenmus toont overigens wel meer grijs dan de pop. Het liedje van de heggenmus is alleraardigst, helder en vrolijk. Het liefst draagt de heggenmus dit voor, zittend vanuit de top van een naaldboom of andere struik. Zijn zilveren, vlugge liedje heeft wat weg van een mengeling van roodborst, winterkoning en ook wel boomkruiper. Het is wat korter en zachter dan dat van de winterkoning, en zonder trillers. Het liedje eindigt altijd met een plotselinge stop. Vanwege zijn heldere aardige liedje,wordt de heggenmus ook wel bastaardnachtegaal genoemd. Deze toekenning is echter wel wat overdreven voor zijn zangkwaliteiten. Als hij zich verstoord waant bij zijn aubade, laat hij zich vallen als een steen, en verdwijnt weer in het struikgewas. De roep is een eenvoudig hoog en piepend “tsjiep”. Zijn nestje bouwt hij het liefst op een beschut plekje. Struiken en heggen hebben zijn voorkeur. Op begraafplaatsen, bosranden, tuinen, overal waar voldoende lage dekking te vinden is, kunnen we zijn  nest aantreffen. Al heel vroeg in het jaar, het kan pas half maart zijn, wordt met de nestbouw begonnen. Ook hier gaat de heggenmus omzichtig en voorzichtig te werk.Vaak weten we pas van een nestje in onze tuin, als we de ouders zien voeren. De jongen zijn al geboren, en gebieden om eten. Dat kan zelfs onze heggenmus niet weerstaan, en zo laat hij noodgedwongen wat van zijn gewaardeerde privacy in de steek. Er worden per jaar gewoonlijk twee legsels grootgebracht. De koekoek weet de heggenmus ook te vinden, en zoekt regelmatig zijn nest uit als waardvogel om zijn “wolf in schaapskleren” groot te brengen. Het nest maakt de heggenmus van droog gras, takjes, wortels, stengels en bladeren. Dit bekleedt hij met haar, wol en fijn mos. In de bossen wordt veel gebruikt gemaakt van haar van de ree voor de binnenvoering. Beide geslachten bouwen eendrachtig aan het nest, waarin 4-5 helderblauwe eieren worden gelegd. Daar komt zijn streeknaam blauwpieper vandaan. Het nestje ligt is over het algemeen laag (0,5 – 3 meter) boven de grond. Heel soms wordt een oud nest van een andere vogel hergebruikt. Als het maar een goed verborgen, schaduwrijke plaats is. Na twee weken broeden komen de jongen uit, die dan nog 12-14 in het nest blijven. De binnenzijde van hun bekken is helder oranje, met twee zwarte vlekjes op de tong. De snavelranden zijn witachtig roze. Het huwelijksleven van zo`n bescheiden muurbloempje als de heggenmus lijkt bovenal saai en voorspelbaar.Maar niets is minder waar! Er zijn complexe sociale structuren aan het licht gekomen met gericht onderzoek, die met DNA onderzoek ook bewezen konden worden. Er komt zowel polygynie (een mannetje onderhoudt relaties met meerdere vrouwtjes), als polyandrie (meerdere mannetjes bevruchten een vrouwtje) voor. Als er meerdere mannetjes in het spel zijn, helpen die wel weer allemaal bij de opvoeding van de jongen. In een natuurserie van sir David Attenborough, over het landelijk leven in de UK,wordt dit prachtig verfilmd. Een mannetje heggenmus vormt een paar met zijn vrouwtje, die echter ook een oog heeft laten vallen op een begeerlijke vrijgezel, die zich in de buurt ophoudt. Zodra manlief even wat minder oplet, neemt de vrijgezel zijn kans waar, en bevrucht het vrouwtje in een flits (die daar gewillig voor is). Het frappante echter is dat de echtgenoot daarna onmiddellijk in de cloaca van zijn vrouwtje begint te pikken. Net zolang totdat hij het zaad van de vrijgezel verwijderd heeft!     

De heggenmus is een gedeeltelijke trekvogel. Dat wil zeggen dat de vogels bij ons in Nederland standvogels zijn, die in de winter gezelschap krijgen van meer noordelijke heggenmussen. Echt ver weg trekken de vogels niet. De heggenmussen uit Noord- en Midden- Europa trekken naar Zuid- en Zuidwest- Europa. Een enkeling geraakt wel eens tot in Noord-Afrika. De trekkers onder de heggenmussen gaan in maart/april weer terug naar hun noordelijk gelegen geboortegronden. Het voedsel van de heggenmus bestaat in de zomerperiode geheel uit insecten en hun larven en eitjes, slakjes en spinnetjes. Ook bladluizen van de kool worden niet versmaad, waar dan zijn bijnaam koolpieper vandaan komt. In de winterperiode schakelt de heggenmus over op zaden, ook bezoekt hij de voedertafels wel, waar hij de broodkruimels opneemt. In de volière is de heggenmus een graag geziene gast. Nooit agressief naar medebewoners, en omdat hij zich veelal op de grond ophoudt, geeft hij met zijn aanwezigheid meer spreiding aan de diversiteit in de verschillende lagen van de volière. Jaarlijks worden er regelmatig heggenmussen gekweekt, als we maar zorgen voor voldoende dekking en onderbegroeiing voor ons “muurbloempje”.      Aan hun voeding stellen ze geen hoge eisen, als we in het kweekseizoen maar zorgen voor een goed eivoer, aangevuld met pinkies, en voldoende insecten zoals buffalo`s, meelwormen en (in stukjes geknipte) wasmotlarven. Ik ken zelfs heggenmussen die jaar in, jaar uit in gevangenschap gehouden worden op een dieet van uitsluitend zaad! Dit is natuurlijk een onwenselijke situatie, maar het geeft wel een indicatie van het aanpassingsvermogen van dit elegante vogeltje!                           Als tentoonstellingsvogel zien we de heggenmus ook regelmatig op de diverse shows.We dienen er wel rekening mee te houden dat de vogel nogal “los” in de veren zit. Als we hem vastpakken, laten de veren erg gemakkelijk los. De heggenmus, een bedrieglijk eenvoudige vogel, met een onvermoed buitenechtelijk leven. Gemakkelijk om te houden en te bestuderen, een ideale vogel voor de beginnende kweker van insectenetende vogels!