Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker
Terug naar overzicht

Artikel

 

GROTE VOGELS, GROTE RINGEN, GROOT VERLIES,

GROOT SUCCES

Door: Stéphany Beuker, Hoofd dierenverzorging,wonderwereld, ter Apel

Stellers zeearenden (Haliaeetus pelagicus) leven in de kustgebieden van Oost-Azië, en met een spanwijdte van 280 cm en 7 tot 9 kg lichaamsgewicht zijn ze de grootste arend ter wereld.

Na ongeveer 5 jaar zijn de vogels lichamelijk geslachtsrijp maar het duurt ongeveer 7 jaar voordat een vogel volledig uitgekleurd is. Met een geschatte totale populatie van 5000 in het wild in 2007 en op het moment 215 in gevangenschap levende dieren, is dit met recht een zeer zeldzame vogel te noemen.

Huisvesting

De Stellers zeearenden worden hier per koppel in een ruime volière van ongeveer 10x10x6 meter gehuisvest. In de inrichting bevinden zich een aantal grote zitstokken met verschillend profiel (diameter ong. 10 à 20 cm) op verschillende hoogtes. Als zitstokken gebruiken we uitsluitend

boomtakken, gladde beukentakken worden gebruikt, maar ook eik. Eik heeft voordelen, de duurzaamheid en de ruwe bast die mede helpt bij het tegengaan van de bekende “bumblefoot”-aandoening bij  roofvogels en uilen. Deze wordt dikwijls mede veroorzaakt door onjuiste huisvesting. Verder is er natuurlijk een dagelijks verschoonde waterbak aanwezig voor deze waterliefhebbende vogels waarin ze zich kunnen baden. Onder een groot afdak met achterwand

van 2 bij 2 meter bevindt zich een nestbak van 1.20 bij 1.20 meter met een opstaande rand van 30 cm. De nestbak is zo onder het afdak geplaatst dat op de rand (bekleed met een tak) de vogels zonder problemen kunnen copuleren. De vogels krijgen een afwisselend dieet van eendagskuikens, haring, konijn, cavia,rat, degoes en af en toe geit of ree. Vitamine, calcium en mineralensupplementen  worden 2 x per week verstrekt en zo ook vitamine E op waterbasis.

Minimaal 1 x per half jaar doe ik zelf feces onderzoek onder de microscoop en indien nodig behandelen we de vogels met producten als: Avicas, Panacur (wormen) en Appertex (coccidiose). Mocht een vogel zich iets anders gedragen of hebben we een vermoeden dat er iets aan de hand is, voeren we ook meteen een feces onderzoek uit. Een worm of coccidiose infectie kunnen we dan snel opsporen. Uiteraard betekent een negatief preparaat niet altijd dat een worm of coccidiose kan worden uitgesloten en is de mogelijkheid er om bij twijfel nog even de dierenarts te

raadplegen. Begin januari worden de nestbakken van de stellers zeearenden gereinigd en uitgebrand om vervolgens de bak te vullen met een laag van ongeveer 4 cm beukensnippers

(1 à 1,5 cm). Op deze laag bouwen we een nest voor. Voor de basis van het nest gebruiken we conifeertakjes, dan maken we een ronde cirkel van takjes. Ideale takken zijn van de berk, fijne buigzame takken. Tot slot gooien we een kruiwagen vol met allerlei takken in het verblijf voor de vogels om zelf verder te gaan met het bouwen van het nest. Bijna standaard wordt het prachtig voorgebouwde nest binnen een kwartier afgebroken om vervolgens zelf te starten met de nestbouw, je zult je afvragen waarom we dan nog moeite doen? Wij vragen onszelf dat ook af…

Hun voorkeur gaat uit naar dikkere takken van 1 à 2 cm, daar wordt de basis mee gemaakt. Alle takken worden zorgvuldig uitgezocht en geplaatst in het steeds groter wordende nest.

Nestelen en jongen

Uiteindelijk na 3 weken veelvuldige copulaties ging het wijf eind januari zitten. Dit alles kunnen we op de camera volgen, geplaatst onder het afdak in een hoek met uitstekend zicht op de nestbak. Na 1 tot 3 dagen wordt het eerste ei gelegd en 2 à 3 dagen later volgt het tweede ei. De man en het wijf wisselen met broeden al vanaf het begin met enige regelmaat. Als het broeden eenmaal aan de gang is gaan de vogels hun nesten afbouwen met fijnere takjes en materialen.

Na een lange incubatie tijd van 38 dagen kroop op 14 maart het eerste jong uit het ei, anderhalve dag later volgde nummer twee. Dankzij de camera waren we getuige van een stel prachtige ouders die ontzettend geïnteresseerd waren in hun kroost, maar ze helaas vergaten te voeren. Na de geboorte van het tweede jong besloten we de jongen bij de ouders weg te halen: volgend jaar voor hen weer een kans,maar het risico was deze twee jongen niet waard. Het resultaat: twee prachtige jongen met een berekend geboortegewicht van zo rond de 110 gram, zelfs voor deze soort behoorlijk aan de maat. Bij het binnenhalen hebben we de kuikens in een couveuse geplaatst op 35 graden Celsius. De eerste twee dagen waren de kuikens goed alert, maar de derde dag was er toch wat gehijg waar te nemen, waarop we de couveuse 1 graad koeler hebben  ingesteld. Vanaf die dag zijn we elke dag een halve of een hele graad af gaan bouwen. Als de kuikens het te warm hebben gaan ze hijgen, hebben ze het te koud zie je inactieve kuikens die nauwelijks reactie geven. De eerste dagen beginnen we met puur vlees te voeren: kuikenvlees, hartjes, kwartelfilet, visfilet, aangevuld met wat vitamine, probiotica en calcium. De allereerste voeding wordt pas na 24 uur na hun uitkomst gegeven en bestaat uit drie kuikenhartjes, licht verteerbaar, voldoende vocht en genoeg om het verteringsstelsel op gang te krijgen. Vanaf de tweede voeding werken we gestaag op naar een 10% van zijn of haar lichaamsgewicht per voeding.  In het begin krijgen ze vier keer per dag een voeding, elke 4 á 4,5 uur vers bereid.

De voeding mag niet te koud of juist te warm te zijn, dit kan n.l. problemen geven in de krop. Meestal zet ik het voer even in de couveuse waar het de temperatuur aan kan nemen van de omgeving. Ook zorgen we dat we vóór elke voeding er zeker van zijn dat de krop goed leeg is; na drie dagen krijgen ze botjes door hun voeding. Deze bij voorkeur geknipt (eigenlijk bijna

geschraapt) van dijbeentjes van de eendagskuikens (zonder gewrichten). Na vijf dagen krijgen ze ook wat dons of haar om een braakbal te kunnen maken. En rond deze tijd gaan we over op drie

voedingen per dag met meer tussenruimte om te verteren.

Met een groei van gemiddeld 20% per dag verliep alles voorspoedig. En op de twaalfde dag was het kleinste jong al een aardige vogel met zijn 624 gram en omdat alles ging zoals het behoort te gaan, verwachtte ik niet al te veel problemen meer. Echter had het jongste dier deze ochtend een verminderde eetlust en omdat dit individu sowieso een fijnproever bleek te zijn, had ik niet direct argwaan, er kon immers ook een braakbal op zich laten wachten. Dus werd de voeding voor hem

overgeslagen. Bij de geplande tweede voeding was er helaas niet veel eetlust meer, en ondanks dat de vogel steeds omhoog kwam en aanstalten maakte om te eten,werd er niets genuttigd.

Nog steeds ervan uitgaande dat er een braakbal moest komen, die waarschijnlijk te weinig volume had om überhaupt gegooid te kunnen worden, besloten we de dierenarts te bellen voor advies. Gezien de vogel al een redelijk formaat had en alles wees op een “nog te gooien  braakbal” (die niet voldoende massa had), waren er op aanraden van de dierenarts twee opties: optie 1: voeren met extra volume om de braakbal alsnog te vormen, of optie 2: voeren van puur vlees, volledig

te verteren, waarschijnlijk de beste oplossing wanneer het uiteindelijk niet om een braakbal bleek te gaan. Zonder dwang at hij uiteindelijk de laatste voeding van de dag een complete volle krop, met braakbalmateriaal, aangezien ik er toch behoorlijk van overtuigd was dat het wel om een braakbal moest gaan, de vogel was immers alert en gaf geen teken van ziekte of iets dergelijks.

Dag 13, een braakvlak ter grootte van een theepot (!) en mijn optimisme was groot, het was er uit! Direct als basis een verse  voeding speciaal bereid van kwartelfilet en kwartelhartjes voor de jongste Stellers zeearend. Na hem even gewogen te hebben zag ik dat hij toch nog tien gram was aangekomen ten opzichte van de vorige ochtend, ik was dus nog steeds vol optimisme. Helaas weigerde de vogel nog steeds een voeding. Uiteindelijk met een beetje aandringen nam hij wat hapjes. Ik begon me toch aardig zorgen te maken en besloot onze dierenarts nog even te bellen. Gelukkig was hij zo vriendelijk om zichzelf, tijdens zijn vrije weekend, telefonisch en eventueel in levende lijve beschikbaar te stellen voor ons mooie jong. Zijn advies was, aangezien de vogel zich nog steeds alert voordeed, in de gaten te houden of het lichaamsgewicht niet drastisch af zou nemen (maximaal 5 à 10%) en een eventuele voeding te laten bestaan uit puur vlees. De tweede voeding werd met moeite,maar niet onder dwang aangenomen, waarna we dus alleen maar konden afwachten op wat er zou gaan gebeuren. De laatste voeding ging wederom moeizaam.

De volgende dag lag dit prachtige jong tot  ons grote verdriet dood in zijn couveuse. Ik heb diezelfde ochtend gebeld of de dierenarts een sectie wilde uitvoeren om te achterhalen wat precies de oorzaak van dit alles was en wellicht nog belangrijker: hoe dit te voorkomen in de toekomst! Aan het einde van de dag ontving ik het verlossende telefoontje en de diagnose luidde: buikvliesontsteking die zijn oorsprong vond in de navelaanhechting, een mogelijk scenario is dat de infectie al is opgelopen bij het intrekken van de dooier. Een bacterie kan dus de boosdoener zijn. Bacteriën kunnen zich in de ei fase al nestelen in de eieren, eieren zijn namelijk gevoelig voor bacteriën en schimmels. Tijdens het verlaten van het lichaam door de cloaca kan er al besmetting plaatsvinden. Ook verdampte lichaamswarmte of regen kan er voor zorgen dat bacteriën makkelijk door de schaal dringen om het embryo mogelijk te besmetten, hetgeen vaak resulteert in afgestorven eieren. Dit drukt ons weer met de neus op de feiten. Ook al heb je nog geweldig bewezen goede koppels, het hele succes hangt af van vele factoren die we niet allemaal in de hand hebben! Ondanks dit grote verlies ook een groot succes, na 23 dagen hebben we het oudste jong geringd met een ring met een diameter van maar liefst 28.0, de eerste geboren Stellers Zeearend van het jaar. Met haar 1869 gram op de dag van ringen, een behoorlijke baby.

 

 

 

 

 

 

 

Ook deze vogel is geringd met een BEC ring