Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker

Berichten

 

 Verslag OMJ vergadering 19 januari 2012 te Alméria

 

 

 Aanwezig : dhr. Cirmi (voorzitter C.O.M.), dhr. Groux (voorzitter OMJ), dhr. Gaston Van Limbergen (C.O.M.P.E.- C.R.O.), dhr. Cortese (verantwoordelijke sectie G en H)en experten uit Duitsland, Nederland (dhrn. Pierre Stijnen, Bart Braam en Alois Van Mingeroet), Spanje, Italië, Zwitserland, Frankrijk en België (dhrn. Eugeen De Troyer, voorzitter N.O.K. en tolk Italiaans-Frans, Freddy Lenaerts en Guido Jansegers)

COM-voorzitter Cirmi opent om 9u30 de vergadering met zijn welkomstwoord en benadrukt dat deze vergadering erg belangrijk is voor wat betreft de aanpassingen aan de standaardeisen voor sectie G en H.

OMJ-voorzitter Groux heet op zijn beurt iedereen welkom en verzoekt de vergadering om te streven naar uniformiteit aangaande de standaardeisen in alle COM-landen. Hij stelt dat de procedure voor het erkennen van nieuwe mutaties vlotter zou moeten kunnen verlopen. Dhr. Groux vraagt dat eventuele voorstellen tot aanpassingen van de keurfiches en/of reeksindelingen vandaag kenbaar worden gemaakt. Voor wat betreft de COM-keurfiches komt men tot het besluit om een voorgedrukte figuur op de keurfiche te voorzien zodat de keurmeester de mogelijkheid heeft om hiermee de puntenkwotering te verduidelijken. Tevens deelt hij mede dat in het voorjaar 2012 een volgende soortgelijke vergadering van experten zal gaan plaatsvinden. Plaats en datum/tijdstip nog nader te bepalen. Dhr. Cortese verkondigt dat Jacques Faivre de lay-out van de standaardeisen G heeft herwerkt. Naast de keurtechnische beschrijving zal een kleurenfoto worden bijgevoegd van elke soort/mutatie Europese vogel. De voorziene ringmaten voor elke soort Europese vogel zijn vermeld maar zullen verwijderd worden uit de teksten. België merkt op dat het COM-reglement van kracht is voor wat betreft regelgeving ringmaten en de vergadering stemt hiermee in. Dhr. Faivre is bezig om van elke ondersoort van de in de standaard opgenomen vogelsoorten de keurtechnische beschrijving te maken, een immens werk wat bijna voltooid is. Een en ander gebeurt op basis van tekeningen van Herman Heinzel. Voor de putter zal de kleine (parva) en voor de goudvink ( kleine europese + Spaanse/Portugese = iberia) worden toegevoegd. Dhr. Groux lanceert de idee dat elke OMJ-keurmeester sectie G uiteindelijk in CD-rom vorm de geactualiseerde standaardeisen zal gaan ontvangen. Het ligt in de bedoeling om de vandaag voorgestelde aanpassingen in te voeren in de standaardeisen, uiterlijk eind februari die voorgestelde aanpassingen ter studie te sturen naar de aanwezige landen en in het voorjaar de definitieve versie goed te keuren. Dit impliceert dat voor België en Nederland onmiddellijk na eind februari TC vergaderingen zouden georganiseerd moeten worden om alle OMJ-keurmeesters te raadplegen over de voorgestelde aanpassingen.

Italië vraagt om enkel- en dubbel factor opgebleekt dominant voortaan alleen nog toe te laten in de groenreeks en dus niet meer in de bruin-, agaat- en isabelreeks. Een voorstel wat binnen België, Nederland en Duitsland op gefronste wenkbrauwen wordt onthaald want het vermoeden rijst dat Italië problemen heeft met de herkenbaarheid van voornoemde mutatiecombinaties. Hierover is geen stemming gehouden dus blijft dit zoals het was/is.

België, Nederland en Duitsland stellen voor om de aminet putter te aanvaarden. Italië oppert de benaming “masker” en er verstrijkt een uur vooraleer de zuiderse landen tot het besef komen dat “masker” een wel heel erg ongelukkige woordkeuze betreft voor een mutatie van distelvinken. België, Nederland en Duitsland hebben veel overtuigingskracht aan de dag moeten leggen om te bekomen dat aminet putter als benaming zal aanvaard worden en ingedeeld in reeks 7 en 8.

Jacques Faivre deelt mede dat bij de groenvinken naast de nominaatvorm  carduelis chloris chloris ook de ondersoort aurantiiventris zal worden beschreven. Nederland stelt voor om voor de Schotse een oplossing te zoeken. Probleem is echter dat de Schotse groenvink een gekweekte selectievorm van de carduelis chloris is waarvoor geen enkele wetenschappelijke argumentering bestaat.

België, Nederland en Duitsland reiken de ontwerpstandaarden voor de topaas, bruintopaas en pasteltopaas goudvink in en de vergadering beslist om de topaas goudvink te aanvaarden en wordt ingedeeld in reeks 39 en 40. Bruintopaas en pasteltopaas worden evenwel in studie gehouden.

Merel, zanglijster en huismus mutaties worden besproken maar omwille van kwalitatief slechte, en in sommige gevallen zelfs foutieve, kleurenfoto’s ontstaat verwarring over de benamingen. Een besluit hieromtrent wordt niet genomen.

Voor de tweede maal in de loop van de vergadering komt Italië met het voorstel om de benamingen van barmsijs mutaties te wijzigen. Agaat zou pastel moeten genoemd worden, isabel zou bruinpastel moeten genoemd worden en bruinpastel zou “brun écaillé-bruin geschubd” worden benoemd. België, Nederland en Duitsland confirmeren dat de benaming agaat een feitelijk foutieve benaming is

maar dat pastel een even foutieve benaming is. Voornoemde drie landen stellen voor om eerst op nationaal niveau proefparingen uit te testen en pas, wanneer de exacte/complete werking van de factor is gekend, een naamsverandering door te voeren. België, Nederland en Duitsland erkennen dat agaat geen correcte benaming is (agaat in combinatie met een tot nu nog ondoorgronde faktor x) maar stellen anderzijds dat het wijzigen van een foutieve benaming door een (even) foutieve benaming geen oplossing maar een verlegging van het probleem zal inhouden. Voornoemde landen argumenteren dat de door Italië voorgestelde wijzigingen in de benamingen van de barmsijs mutaties alleen maar zullen leiden tot nog meer onduidelijkheid dan er nu al bestaat. Er wordt door België en Nederland voorgesteld om minstens tot de voorjaarsvergadering te wachten en dan een “voorlopige werknaam” te gaan bepalen waarmee alle landen uit de voeten zouden kunnen. Er ontstaat een heftige discussie die er uiteindelijk toe leidt dat Italië een stemming uitlokt. Resultaat : Italië, Spanje, Frankrijk, Zwitserland zijn pro en België, Nederland en Duitsland zijn contra. Dit resultaat is ontgoochelend voor deze laatste drie landen.

Dhr. Groux maakt mededeling van het probleem dat er op de keuring van de hybrieden opmerkelijk veel vogels “Déclassé” geplaatst zijn omwille van foutieve reeksinschrijving. De vergadering komt tot het besluit dat de reeksindeling voor de hybrieden een complete correctie moet ondergaan. Italië deelt een voorstel tot nieuwe reeksverdelingen uit. Binnen België wordt getwijfeld of dit voorstel wel een verbetering zou betekenen. Het zou veel gebruiksvriendelijker en duidelijker zijn om de reeksindelingen in een sectie H1 (wildkleur) en H2 (mutaties) op te splitsen, analoog aan de sectie G. Het strekt tot aanbeveling dat België, Nederland en Duitsland dit voorstel verder uitwerken en op de voorjaarsvergadering naar voor brengen zodat het probleem van onduidelijke reeksindelingen in de sectie H definitief tot het verleden zullen behoren.

Verslag opgemaakt door Guido Jansegers Met medewerking van dhrn. Pierre Stijnen, Bart Braam, Alois Van Mingeroet, Freddy Lenaerts en Eugeen De Troyer.