Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker

Kweekverslag

Terug naar overzicht
   

Historie en kweek van de vinken. 

door Frans Sanders 

HISTORIE 

De vink “Fringilla coelebs”

Zijn verspreidingsgebied ligt in Europa, Noord Afrika en Klein Azië. Het is een veel voorkomende vogel in West Europa. De voornaamste groepen zijn de trekvinken en de vinken die men in Brabant meivinken noemt. In België heten deze laatste boomgaardvinken. Meivinken zijn inheemse of standvogels. Hier in Brabant houdt men deze vinken om hun zang die moet eindigen op siskerwiet. Met behulp van een voorzanger probeert men lange, zware slagen aan te leren. Deze vinken en hun nakomelingen zijn uitsluitend standvogels. Zij ondernemen geen trektochten. De trekvinken ondernemen de trek in de herfst en dan trekken zij vanuit Noorwegen, Zweden, Rusland, Denemarken en Duitsland naar zuidelijker streken. Van half september tot eind november ondernemen ze de vaak duizenden kilometers lange tocht. 

De veldkenmerken

De vink is herkenbaar aan een duidelijke witte schoudervlek en een smallere witte vleugelstreep. In de vlucht is de witte buitenstaart duidelijk zichtbaar. De man is onderaan wijnrood en hij heeft een kastanjebruine mantel en een groenachtige stuit. Kruin en nek zijn overwegend leiblauw De vink vliegt in een golvende beweging en laat hierbij een pinkpink  en tjoek horen. Het sterkste zintuig van de vink is wel het gezicht. De ogen zijn in verhouding tot het lichaam zeer groot. 

Vinkensport in België

Zondag 29 juni 2003 ben ik naar de kampioenschappen voor zangvinken in België geweest, waarvan ik zeer onder de indruk was. Om half zeven vertrokken we met drieën naar Gent. Na  anderhalf uur rijden parkeerden we de auto; het was er al zeer druk. Om 9 uur begonnen de wedstrijden en konden wij het gebeuren gaan bekijken na een goede uitleg van een deelnemer genaamd Willie VanderStraeten.

Vinkenzetting is een oeroude volkssport met een sterk sociaal-culturele inslag en geschoeid op zuiver sportieve leest. Deze (in hoofdzaak) gezinsactiviteit komt vooral voor in Oost- en West-Vlaanderen, maar wordt ook in andere Vlaamse provincies beoefend. Jong en oud nemen deel: opa, oma, ma, pa en de kinderen, dus het is een echt gezinsgebeuren. Samen met het handboogschieten is de vinkensport de oudst bekende volkssport. De wedstrijden in Gent stonden onder leiding van de Koninklijke Nationale Federatie Algemene Vinkeniersbond  –AVIBO- , waarbij 15.000 vinkenliefhebbers zijn aangesloten.

De vinken worden op een afstand van 240 cm. van elkaar op een rij gezet om gedurende een vol uur met hun lied te strijden. Het aantal opgetekende slagen bepaalt de rangschikking. Dit optekenen gebeurt op een stok met een lengte van 120 cm. waarop bij elke slag een krijtstreepje wordt gezet. De inzet van het spel beperkt zich tot persoonlijk prestige en kent geen enkel winstbejag. Winnaars worden dan ook uitsluitend gehuldigd met een bloem of trofee. Tengevolge van wettelijke bepalingen zijn de vinkeniers sinds 2002 geheel aangewezen op eigenkweek vinken. Wedijveren met zingende vinken lijkt voor niet-ingewijden enigszins vreemd. Toch is dit, hoofdzakelijk Vlaams, gebeuren nog steeds in opmars. De wedstrijd vond plaats met 1750 deelnemende vinken. 1750 Kooitjes en een afstand van steeds 240 cm. ertussen zorgden voor een lengte van ruim 4 km.! Winnaar werd Kristien VandenBerghe uit Ardooie met de vink genaamd Schauwvlieg. Hij presteerde het om in één uur tijd maar liefst 1250 liedjes te zingen. Alle vinken hebben een naam die vermeld wordt op de stamkaart.

Er werden al vóór het jaar1500 wedstrijden gehouden in België. 

Vinkensport in Nederland

De oorsprong en de periode van ontstaan van deze sport zijn mij onbekend. Rond 1930 was er wel een vinkenbond van vinkeniers: de ”Algemene Limburgsche Vinkenierbond” A.L.V.B. Deze bond telde 59 verenigingen met ongeveer 1000 leden maar zij bleef, min of meer illegaal, vinkenzettingen organiseren.

In 1985 werd bij de vinkenclub ”Slag op tijd” in Heerlen een wedstrijd gehouden waaraan 81 vinkenliefhebbers deelnamen. Ook nu nog worden er in Nederlands Limburg in de maanden mei, juni en juli wekelijks vinkenzettingen gehouden.

De vogels worden in getraliede kooitjes, die met een wit doekje worden afgedekt, ondergebracht. De kooien worden aan een 2 m. hoge lat gehangen op 50 cm. van elkaar. Het eerste uur vindt de voorselectie plaats. De vinken die niet zingen worden er tussenuit genomen, evenals de vinken die lokken, hetgeen in Brabant tjoeken wordt genoemd. Na een uur start de werkelijke wedstrijd. Voor elke kooi gaan twee juryleden staan en zij tellen het aantal slagen gedurende één minuut.

Alle zangers, zowel meivinken als Waalse zangers, zijn geldig. Na een minuut verplaatsen de juryleden zich en tellen de volgende vink. De vink die in zes minuten het meest gezongen heeft wint de wedstrijd.

Ook in Brabant worden nog steeds vinkenwedstrijden gehouden. In Tilburg is een vereniging van 120 leden die zich Vogelvereniging “De Vink” noemt. Deze is opgericht in 1937. Sinds de vogelwet van 1936 was het verboden om vinkenwedstrijden te houden. Er werden toch illegale wedstrijden gehouden. Sinds enkele jaren is het weer legaal.

Gedurende één uur wordt bijgehouden hoe vaak de vink slaat. De eigenaar van de vink met de meeste slagen is winnaar. De vinken zitten in een kooi die alleen aan de voorkant open is. Zij staan ongeveer 40 cm. uit elkaar opgesteld. Elk jaar worden er enkele wedstrijden gehouden voor de leden van “De Vink”. 

Vinkensport in Duitsland

De vink is een van de meest voorkomende vogels in Duitsland. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat daar al vrij vroeg vinkenzettingen gehouden werden. Op de grens met de vroegere DDR, op enkele kilometers afstand van Thüringen, is de vinkensport nog heel populair. Ook in de omgeving van Aachen, Wuppertal, Essen en Oberhausen waren en zijn nog steeds vinkeniers actief. De eerst bekende vinkenzetting vond plaats in Thalein in 1868. 

De Duitse speelwijze is vrij uniek. De vinken bevinden zich in getraliede kooien. Rond die kooien wikkelt men een witte doek, zodat de vink niet naar buiten kan kijken. Bij aanvang van de wedstrijd plaatst men de vinken in een ronde cirkel. Tussen elke kooi bevindt zich 50 cm. ruimte. Alle vinken die binnen 5 minuten niet gezongen hebben, worden uit de cirkel genomen. In de volgende ronde wordt de kring kleiner en komen de kooien dichter bij elkaar te staan. Men herhaalt dit vijf keer. In de laatste ronde worden de vinken op een tafel geplaatst en wie dan in 5 minuten de meeste slagen heeft gehaald is de winnaar. 

Net als in Nederland ageren in België en Duitsland allerhande organisaties tegen de vinkensport omdat zij willen opkomen voor de rechten van het dier. Vooral het houden van vinken in kleine kooien zit hen dwars. De vinkeniers zeggen echter dat de vinken het grootste deel van hun leven in ruime volières doorbrengen.

Vele vinken bereiken in gevangenschap een leeftijd van 15 jaar, terwijl dat in de natuur maar de helft is. Vinkeniers zijn niet alleen vogelkenners en vogelvrienden, maar zij kunnen ook oude tradities in ere houden. 

DE KWEEK 

Huisvesting

Er zijn voor de vinkenkweek verschillende manieren van huisvesting. We onderscheiden twee types:

1. Een ruime volière, begroeid met veel struiken, lijkt het meest voor de hand te liggen. Een vinkenpop zal hier heel snel tot nestbouw overgaan. Ik wil er echter wel aan toevoegen dat het geen noodzaak is. Zelf heb ik op deze manier de laatste 15 jaren met wisselend succes gekweekt

2. Een kweekbox is een kleine volière waarvan er meestal verschillende aaneen gebouwd zijn. De afmetingen zijn ongeveer 2 tot 3 m. diep, 2 m. hoog en 80 cm. breed. Dit systeem ging ik dit jaar voor het eerst toepassen.

In de kweekboxen plaats ik eerst de pop. Later, als de pop begint te nestelen, plaats ik pas de man erbij. Zodra het broeden begint haal ik de man weer weg. In de ruime volières plaats ik wel drie tot vier poppen bij een man. Hier blijft de man gedurende de gehele kweekperiode aanwezig. De broedende popjes worden hier beter met rust gelaten omdat de man wordt afgeleid door andere popjes die nog niet broeden.

Het is mij gebleken dat het niet zo goed gaat in de kweekboxen: er worden laat nestjes gemaakt, er worden een of twee eitjes gelegd, er wordt niet gebroed, eitjes worden stuk gepikt, mannen maken de pop dood. Een reden voor dat doodmaken is waarschijnlijk dat de pop zich in de kweekbox niet kan verschuilen.

Dit jaar heb ik ook poppen verloren door onderlinge poppenstrijd.

Het is vanzelfsprekend dat eigenkweek vogels, geboren in een volière of kweekbox, gemakkelijker tot nestbouw overgaan. Zij nemen ook gemakkelijker het aangeboden voedsel aan dat toch nodig is voor het grootbrengen van de jongen.

Als na het eerste kweekjaar niet veel van de kweek terechtgekomen is, kan men de poppen het beste in het tweede jaar nog een kans geven. Hoogstwaarschijnlijk zullen het dan voorbeeldige kweekvogels zijn.
 

Territorium

De vink is een uitgesproken territoriumvogel. Gedurende de maanden augustus tot februari kan men de mannen wel bijeen zetten. De overige tijd van het jaar zal het verblijf van twee mannen in één volière gegarandeerd leiden tot de dood van een van beide.

Vinken samen met andere vinkachtigen, zoals goudvink en keep, is niet aan te raden omdat ook hier gevechten zullen ontstaan. Vogels als sijs, barmsijs, groenling, frater en putter worden niet als indringers beschouwd. Zij worden dan ook meestal met rust gelaten, hetgeen niet wil zeggen dat er geen uitzonderingen zijn. Bij mij werd bijvoorbeeld een groenvink man gedood door de vink.

Te allen tijde, en vooral vlak voor en tijdens de kweek, moet men de vogels heel goed observeren. Het spreekt natuurlijk voor zich, dat de meest ideale manier van huisvesting paarsgewijs is. De voordelen zijn duidelijk: geen nestverstoring door andere vogels en het aangeboden voedsel gaat dan ook zeker naar die jongen waarvoor het bedoeld is.
    

Voorbereiding

Hoe bereidt men de vink nu voor op de kweek?

Eerst en vooral de regel in acht nemen die op alle vogels van toepassing is: zorg voor een algehele uitstekende gezondheid en conditie als u ze met succes voor de kweek wilt inzetten.

Een liefhebber neemt een lange aanloop naar de kweek toe. Hier leert de vogel wennen aan de voeding waarmee hij straks de jongen moet grootbrengen.

Tijdens de winter krijgt de vink de gewone zaadmenging en daarnaast wekelijks een portie eivoer. Vanaf half februari wordt naast eivoer ook de hoeveelheid dierlijk voedsel stelselmatig verhoogd.

Zelf begin ik in maart met het geven van kiemzaad, wat de kweekdrift en vruchtbaarheid bevordert. Het kiemzaad heeft de hoogste voedingswaarde op het moment dat de kiemen net ontspruiten. Het is zaak het kiemzaad zo droog mogelijk aan te bieden in zeer kleine porties.

Over het al dan niet geven van kiemzaden zijn al heel wat discussies gevoerd. Er zijn evenveel voor- als tegenstanders. Bewezen is dat het geen echte noodzaak is, maar toch blijf ikzelf voorstander omdat ik vind dat de jongen er mooi van opgroeien, gemakkelijker op harde zaden overgaan en dus eerder zelfstandig zijn. Het hoofdvoer voor voerende vinken is uiteraard dierlijk.

Als hoofdvoedsel zijn meelwormen in levende toestand en pinkies, buffalowormen en miereneieren in ontdooide toestand, het meest gebruikt. Nu miereneieren verboden zijn, ben ik begonnen met levende buffalowormen en dat bevalt zeer goed.

Als opfokvoer geef ik een ei van 60 gram, aangevuld met 15 gram beschuitmeel en 15 gram Orlux en verder voeg ik een schepje C.P. (voorheen BEC-food) toe. Dit alles kort mixen.

Zodra er jongen zijn haal ik het zaadmengsel uit de kooi en bied ik alleen nog eivoer en dierlijk voedsel aan.

 

Koppelen

We zouden eigenlijk die vinken moeten samenvoegen die uit één geografische streek komen.

Zo komen onze inlandse vinken bijvoorbeeld vroeger in broedconditie dan de trekvinken.

Komt de voortplantingsperiode van een pop en een man niet overeen, dan zal dit resulteren in onbevruchte eieren. Als de man vroeger in conditie is dan de pop zou het kunnen zijn dat zij dit met de dood moet bekopen omdat zij niet ingaat op zijn avances. Dit is een gegeven waarmee vroeger eigenlijk veel te weinig rekening werd gehouden en het was de oorzaak van tal van mislukkingen. Tegenwoordig speelt dit echter steeds minder een rol omdat onze vogels, die vaak al generatie na generatie in volières gekweekt zijn, nu beter op elkaar zijn afgestemd.

Kweekmethoden

De meeste liefhebbers plaatsen vaak de man en de pop gelijktijdig in de kweekbox. Dit is niet mijn manier. Ik plaats eerst de pop in de kweekbox en na verloop van tijd pas de man. In de volière plaats ik hen wel tegelijkertijd. 

Start van de kweek

De man wordt eind maart, begin april, als de pop broedrijp is, in de kweekbox geplaatst. Soms wordt de pop gekwetst doordat de man driftig is. Als de pop eind april nog niet aan nestbouw doet, dan is het beter om haar bij een andere man te plaatsen. Samenstelling van het ideale koppel blijkt dus niet zo gemakkelijk en daarom blijft observeren ZEER BELANGRIJK. 

Nestgelegenheden

Als nestelplaats komen verschillende plaatsen in aanmerking. In de ruime, begroeide volière is het best mogelijk dat de vogels een vrijstaand nest bouwen in een conifeer of vlierstruik. In de meeste gevallen moet men echter zelf nestgelegenheden aanbieden. Zelf gebruik ik de kanarienestkastjes met spijltjes. Aan de zijkanten niet ik kunstgroen, zoals takjes van een kunstkerstboom, zodat de vogels zich veiliger voelen en het geheel wat natuurlijker aandoet.

Houd er rekening mee dat de nestgelegenheden tegen regen beschermd moeten zijn.

Hebt u een overdekte volière dan mag u de nestgelegenheden niet te dicht onder het dak hangen omdat daar op warme dagen de temperatuur kan oplopen tot 50º C. Broeden de vogels op dat moment, dan sterven de jongen af in het ei. Zijn er al jongen dan verlaten ze te vroeg het nest en vallen ze te pletter op de grond. Op de vloer van de kweekboxen leg ik houtkrullen; dat kan een eventuele val uit het nest wat breken.

 

Een volledig overdekte kweekbox biedt echter meer voor- dan nadelen omdat de grootste vijand voor de gezondheid van de vogels vochtigheid is. Door ons vochtige klimaat krijgt de bodem soms langdurig geen kans om te drogen. Deze vochtige grond is een ideale voedingsbodem voor schimmels en coccidiose en zij zijn nog altijd de eerste oorzaak van sterfte onder de volièrevogels. 

Nestmaterialen

Als de nestgelegenheden zijn aangebracht moet natuurlijk ook nestmateriaal worden aangeboden. Een vink is wat dit laatste betreft nogal kieskeurig. Bied een zo ruim mogelijke variatie van nestmateriaal aan. In de handel is zeer goed materiaal te koop. Zelf voeg ik veel witte watten toe. Het is echter vaak zo dat vinken een zeer slordig nest bouwen. Het komt zelfs voor dat de pop het nest nog niet klaar heeft, maar toch al begint met leggen. 

Broedperiode

Als er eenmaal eieren zijn en de pop begint te broeden dan vangt de meest spannende periode aan. Men kijkt vol spanning en ongeduld uit naar de eerste jongen. De broedtijd duurt 11 tot 13 dagen. Ga tijdens het broeden de eieren niet controleren omdat een vink zich zeer snel laat verjagen. Daarom ook raap ik geen eitjes.

Een normaal legsel bestaat uit drie tot vijf eieren. Op de vijfde of zesde dag worden de jongen geringd met 2,7 mm. ringen.

Als de man nog aanwezig is, let er dan goed op dat hij de jongen niet uit het nest gooit. Ook meevoeren op het nest doen de meeste mannen niet. Kortom, het is het beste om de man weg te nemen zodra de pop broedt. De pop is best in staat om de jongen alleen groot te brengen. 

Het uitvliegen

De jongen vliegen de dertiende of veertiende dag uit en zijn twee tot drie weken na het uitvliegen al zelfstandig. Het geven van dierlijk voedsel moet nu worden afgebouwd m

 

aar eivoer met kiemzaad blijft ter beschikking tot de vogels volledig uitgeruid zijn. Mannen en poppen in hun jeugdkleed zien er op het eerste gezicht allemaal als poppen uit. Het subtiele verschil is echter al in het nest waar te nemen. Wanneer de eerste veren verschijnen, ongeveer rond de achtste levensdag, is het verschil tussen de seksen duidelijk te zien. De schouderdekveertjes van de man zijn duidelijk donkerder dan die van de pop. Om te voorkomen dat de jonge vinken elkaar kaalplukken nadat ze bijeen geplaatst zijn, plant ik een kerstden in de kooi. 

De leeftijd

De vink behoort tot de sterkste volièrevogel die we kennen. De gemiddelde leeftijd van een volièrevink ligt tussen tien en dertien jaar. Onze volièrevogels worden echter ook gekoesterd. Alle natuurlijke vijanden worden geweerd en ook de medicijnen van tegenwoordig doen hun werk. Ook hier schuilt echter een gevaar. Vaak wordt er al te vlug naar medicijnen gegrepen en veelvuldig preventief gekuurd. Bedenk dat het natuurlijke afweermechanisme van de vogel hierdoor ondermijnd wordt en dat hij bij stopzetting van de kuur veel gevoeliger wordt voor nieuwe besmettingen.

Ga dus verantwoord om met medicijnen. Er kan en mag wel eens preventief gekuurd worden met sulfamiden tegen coccidiose maar preventief antibiotica toedienen is helemaal uit den boze. Pas wanneer er een ziekte is vastgesteld kan men eventueel antibiotica toedienen.                                                                            

Mutaties

Zelf houd ik mij bezig met het kweken van zowel wildkleur als ook mutanten van vinken. We kennen al verschillende kleuren o.a.: agaat, bruin, isabel en pastel, die alle geslachtsgebonden vererven, en de opaal die recessief vererft. 

Het is werkelijk een uitdaging om met deze plezierige vogel te kweken.

Veldhoven, 15 juli 2003.