Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker

Kweekverslag

Terug naar overzicht
   

Mijn eerste kweek met de kwikstaart. 

door Gerrit Huurneman 

Na bijna 40 jaar verschillende soorten vogels te hebben gehouden, zoals tropische vogels, parkieten, kanaries, Europese zaadetende vogels, wilde ik de uitdaging aangaan het eens met insectenetende vogels te proberen. Het leek voor mij een nieuwe stap. De belangstelling hiervoor bestond al langer, maar doordat de wet veranderde kreeg ik pas mogelijkheden. 

Artikelen in vogeltijdschriften hebben zeer mijn aandacht. Het was een geruststelling te lezen dat vogels kweken vaak met vallen en opstaan gepaard gaat. De vraag was nu met welke vogels men als leek moest beginnen. Het aanbod was niet groot, dus maakte het niet zo veel uit welk soort insecteneter ik aan zou schaffen. Wel viel het mij op dat er regelmatig witte kwikstaarten werden aangeboden. Dus op een dag – ongeveer in november 2003 - reageerde ik. In Huissen zat een koppeltje bij een bekende kweker. Ook vloog er nog een zwartkop pop rond, die ook te koop was. Én het koppel kwikstaarten (plus nog een losse man) én de zwartkop gingen mee naar huis. Van de verkoper kreeg ik voeradviezen op papier mee.

Ik had er wel vertrouwen in dat er ergens een zwartkop man te koop zou komen, maar dat schatte ik verkeerd in. Nergens bleek een man te zitten. Wel sprak ik iemand die er een had zitten, maar deze persoon wilde hem niet verkopen. Hij had de vogel voor de mooie zang. Jammer dus. M.i. niet de goede manier om vogels te houden; men moet er toch naar streven om ermee te kweken, vind ik dan. 

Enige tijd later ruilde ik een Japanse nachtegaal tegen een kwikstaart pop. Ik had nu twee koppels witte kwikstaarten en ik voelde mij de koning te rijk. Ik kreeg de waarschuwing mee om ze apart te houden, want ze zouden erg agressief kunnen zijn. Thuis kreeg ieder dus zijn eigen kooi. Na enkele dagen ging de eerste pop naar de grote volière (ongeveer 10 m² en geheel overdekt met lichtdoorlatende golfplaat), die ik helemaal had ingericht voor insectenetende vogels, met veel groen en struiken. De pop voelde zich zichtbaar op haar gemak. Enkele dagen later zette ik ook de man in de volière en ik hield alles goed in de gaten. Er gebeurde niets; ze zaten zelfs bij elkaar op één stok. Ik bleef ze goed volgen, want ik was gewaarschuwd. Maar gedurende de hele winter verdroegen ze zich goed.

Het tweede koppel ging in een nachthok van ongeveer 1 m² en een ren van 2 m². Ook deze vogels bleken rustig en verdraagzaam van aard. 

Terug naar het eerste koppel. Ik kreeg er problemen mee omdat ik in het ziekenhuis belandde. Ik herinner mij nog precies de datum – 22 maart – waarop mijn vrouw bij mij op bezoek kwam, met de treurige mededeling dat ze een van de kwikstaarten dood op de grond in de grote volière had gevonden. Ze had er geen verklaring voor. Aan de vogel was niets te zien. Wel had ze hem in de diepvries gelegd. De eerste teleurstelling.

Toen ik thuiskwam zag ik dat de vogel – de pop – er gezond en ongeschonden uitzag. Wat wilde het toeval? Via een vogelvriend vernam ik dat er een kweekkoppel te koop was bij een handelaar. Hij had de vogels weer gekregen van iemand die gestopt was met zijn hobby.Ik belde direct voor een afspraak, een prijs was snel gemaakt. Ik zette het nieuwe koppel in de volière (het overgebleven mannetje verhuisde naar een andere volière) en ze gedroegen zich alsof ze er altijd gewoond hadden. Ze waren heel rustig. Ik was er zeer verguld mee. 

Het was 30 maart toen de vogels bij mij arriveerden en al op 7 april zag ik de pop met mos in de snavel zitten. Bij andere kwikstaarten had ik nog wel eens twijfels over het geslacht, maar bij dit stel was geen vergissing mogelijk. De pop had alleen onder de kin en op de borst een paar zwarte veertjes. Verder was alles grijs, dit in tegenstelling tot de andere kwikstaarten die allemaal zwart vertoonden op de kop en op de vleugelpennen.

De man floot dat het een lieve lust was. Normaal herkent men de kwikstaart aan zijn ki-wip ki-wip-geluid, maar deze man maakte er allerlei andere geluiden en rolletjes bij. Vooral wanneer ik mij bij de volière vertoonde trok hij van leer: hij begon te dansen en te draaien op de stok. Dat had ik in de natuur nog nooit gezien of gehoord. Had dat draaien misschien iets te maken met agressie? Of met het verdedigen van zijn territorium? Ik vermoedde het laatste. De pop bleef heel rustig. Ze nam een nestkastje in gebruik – van ca. 15x15 cm. - dat aan de voorkant een U-vormige opening had van 5 cm. breed en recht naar boven uitgezaagd was tot aan het deksel.

Bij controle – het was toen 24 april – toen de pop even van het nest was, bleken er vijf bevruchte eieren in te liggen. Ik wist niet hoe lang er gebroed was, dus moest ik goed in de gaten houden wanneer de vogels meer levend voer gingen gebruiken.

Op 2 mei zag ik net uitgekomen jongen. Ik gaf meer buffalo wormen en kleine, geknipte meelwormen, die ik eerst door een insectenpoeder, kalk en kalvermeel haalde.

Op 7 mei kon ik twee van de vijf jongen ringen. Alle vijf waren ze dus uitgekomen. Prachtig! Ze kregen nu ook volop pinky’s en alles ging er in als koek. Snavels vol wormen verdwenen in de kleine, hongerige bekjes.

 Ze kregen nu ook universeel voer en dat maak(te) ik als volgt:
Aan 1 hardgekookt ei en 3 beschuiten voeg ik toe:
5 volle eetlepels kant en klaar universeel voer voor nachtegalen,
1 kommetje (dessertbakje) universeel waarin 25% extra insecten, beide van Orlux,
1 theelepel kalvermelkpoeder,
1 volle eetl. eendenkuikenmeel,
1 afgestreken eetl. stuifmeelkorrel,
1 volle eetl. Sivo opfokvoer,
1 volle eetl. gemalen lijsterbessen,
1 theelepel insectenpoeder van Avis,
1 mespuntje multivitaminen,
½ theelepel kalk (Gistocal),
1 afgestreken eetl. grit,
gemalen volièrezaad (1/2 t.t. zaadbakje),
1 theelepel honing.

Dit alles gaat in de mixer. Daarna komen er nog de meelwormen, de pinky’s en de buffalowormen bij (van alles ½ t.t. zaadbakje).

Meestal maak ik een voorraadje voor zes weken (ik neem dan 10x de hoeveelheden) en dat gaat direct de diepvries in. Als ik daarmee bezig ben moet moeder de vrouw de keuken verlaten, want ik eis het hele aanrecht op. (Wat vinden de vrouwen van andere vogelaars hiervan??? Red.) Misschien vraagt u zich af of zo’n uitgebreid menu wel moet, maar mijn vogels zien er prachtig uit, ze eten alles op, de jongen doen het er bijzonder goed op, dus ga ik er voorlopig mee door.      

Op 11 mei, bij nestcontrole, zaten er vier jongen in het nest. Het waren mooie, forse vogels die al in de veren begonnen te komen. Jammer genoeg was er één jong uit het nest gegooid; dat was al vanaf het begin kleiner geweest. Ik vond het dood op de grond liggen, tussen het groen. Ik kon steeds maar kort controleren, want met name het mannetje van het koppel gekraagde roodstaarten, dat in dezelfde volière zat en eveneens met het broedproces was begonnen, was erg agressief als ik in de buurt kwam.

De oude kwikstaarten voerden hun jongen alsof hun leven er van afhing. Vanuit mijn caravan, die ik naast de volière heb staan, kon ik goed gadeslaan hoe vaak er gevoerd werd. Het bleek ongeveer tweemaal per minuut voor beide ouders te zijn; dit ongeveer gedurende 4 minuten. Dat wil zeggen: voor beide vogels 16 voederbeurten per minuut. Daarna wordt er een pauze van 5 minuten ingelast, waarna hetzelfde patroon zich herhaalt. Indien men vers voer verstrekt dan blijkt het aantal voederbeurten op te lopen.

Op 13 mei fabriceerde ik eenzelfde soort nestkastje als het bestaande en dat hing ik vlak naast het bestaande. Het mannetje inspecteerde de kast meteen. Ik hoopte op een tweede broedsel en dan bood deze nieuwe kast zeker perspectief.

Op 16 mei vlogen de jongen uit. De man voerde de jongen frequenter dan de pop. Het werd wat onrustiger in de volière door de gezinsuitbreiding en de gekraagde roodstaart man wist hiermee in eerste instantie niet goed raad. Hij vloog wat onrustig rond, maar dat duurde maar even. De jonge kwikstaarten gebruikten nu beide nestkasten. Was het om uit te rusten of om te inspecteren?

Korte tijd later bleek dat één jong iets aan de rechtervleugel had. Hij bleef op de grond zitten, maar werd wel door de ouders gevoerd. Ik heb het jong tenslotte maar in het binnenhok gezet, waar ik op een hoogte van 15 cm. boven de grond een stokje aanbracht. Mijn bedoeling was dat het jong zijn vleugels moest gebruiken om op het stokje te komen. En, jawel, na een dag lukte dat ook. Na enkele dagen plaatste ik het stokje iets hoger en ook nu probeerde de vogel erop te vliegen. Na een dag of tien vloog hij al weer met de andere vogels door de volière. Er was niets meer te zien van een afhangende vleugel. 

Tot zover het verslag van mijn eerste kweek met insectenetende vogels. Ik ben bijzonder tevreden met een nestje van vijf eieren en vier mooie jongen op stok. Net nu ik dit artikel afsluit zie ik dat de pop weer in de nestkast zit. Het is 26 mei. Zou er nog een broedcyclus komen?

En, ja hoor, enkele uren later, als de pop even van het nest is, constateer ik dat er weer vijf eitjes in het nest liggen. Wat een verrassing. Het lijkt erop dat ik nog meer jonge kwikstaarten ga krijgen. Ook deze keer broedt de pop voortreffelijk: alle eieren komen uit. De jongen groeien goed op, behalve één. Na drie dagen vind ik één jong dood op de grond liggen.

Op de zesde dag heb ik de vogels geringd en dat ging al vrij moeilijk. Maar men kan beter een dag te laat ringen dan te vroeg. Ik heb bij het ringen overigens geen ventielslang of pleister gebruikt. De vier overgebleven jongen zijn voorspoedig opgegroeid. 

Hoewel de pop van het andere koppel kwikstaarten al op 7 mei met nestmateriaal sleepte, heeft dit weinig resultaat gehad. Ze probeerde wel verschillende soorten nestgelegenheden uit. De man floot de hele dag, maar dit leidde tot niets. Er werd door de ouders voldoende nestmateriaal aangedragen in het nestkastje, dat tenslotte halfvol met mos en grassen zat, maar er werd geen nestkuiltje gemaakt. Ik besloot in te grijpen en maakte zelf een kuiltje en op 18 mei lag er een kapot ei op de bodem van de volière. Ik bedacht de truc die ik al eens eerder met Europese zaadeters had toegepast: ik legde een kunstei in het nest, in de hoop dat de pop het volgende ei – haar eigen ei – in het nest zou leggen. Maar helaas, de witte kwikstaart liet zich niet verleiden. Ik zag ook geen kapotte schalen meer.

Op 28 mei zie ik de pop weer rondvliegen met nestmateriaal in haar snavel. Maar daar bleef het bij. Het resultaat van mijn eerste kweekseizoen bleef acht jonge witte kwikstaarten.  

Nagekomen bericht van de auteur:

medio juni van dit jaar gaat de kwikstaart pop weer nestmateriaal verzamelen. Er komt een derde broedsel van vijf eieren en vijf jongen.

Eind augustus ligt er een vierde broedsel en wel met vier eieren en vier jongen!