Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker
Terug naar overzicht

Artikel

 

Op bezoek bij kweker van grote goudvinken, appelvinken en kernbijters

MART VAN DOORN VINDT EEN UITDAGING IN KWEEK KERNBIJTERS

Voordat ik voor een verslag voor BEC-Info een lid bezoek heb ik meestal wel een idee van wat ik kan verwachten. Bij Mart van Doorn in Bladel was dat niet zo. Ja, ik wist wel dat Mart grote kampioens goudvinken kweekt. Want dat gaat zo in de vogelwereld: je hoort de naam, je ziet gezichten ergens op een tentoonstelling, je kijkt naar de  prijswinnaars en je bekijkt de inzenderlijst. In de volières van Mart van Doorn kreeg ik een heel andere indruk van deze vogelkweker die op hoog niveau meespeelt op tentoonstellingen. Grote goudvinken, veel grote vogels met grove snavel; mooie appelvinken kernbijters.

 

Door Huub Vervest

Net als de meeste liefhebbers is Marty van Doorn jong begonnen met vogels. “Zebravinken en kanaries” zegt Mart “waren mijn eerste vogels. En kneu maal kanarie vond ik ook heel mooi. Goudgroene kanaries heb ik ook gekweekt. Tegenwoordig heet dat geelzwart. Toen ben ik een jaar of tien zonder vogels geweest. Een tweede start begon met allerlei soorten Europese vogels, wildzang. Barmsijzen, Europese kanaries bijvoorbeeld.”

Respect

Na de koffie snel naar de vogels. Mij valt op dat vanuit de serre niet in de volières van Marty – want dat is de officiële voornaam – kan worden gekeken. Het licht komt bij Mart van Doorn van boven in de volières die bijna allemaal dichte tussenwanden hebben. Voor de ramen hangen screens of is er een andere afscherming tegen zonlicht, dus ook ’s zomers tegen de warmte. De zomerdag waarop ik bij Mart van Doorn ben is het niet echt 25 graden buiten maar het valt bij Mart op dat het in de vogelruimte aangenaam is. Geen benauwde warmte en helemaal geen dompige ‘vogellucht’. Heb er wel aan gedacht te vragen hoe dat hier in Bladel opgelost is. Of eigenlijk is het anders, ik kwam er niet toe. Mart vertelt graag, heeft een duidelijke visie op het vogelgebeuren en - dat vind ik heel belangrijk - hij heeft respect voor collega-vogelkwekers. ”Als je een keer minder scoort op een tentoonstelling, moet je de volgende keer gewoon beter je best doen. Wat interesseert mij al die bekers, medailles, diploma’s en oorkondes. Het is leuk als je ze krijgt maar thuis gaan ze de kast in. “

In de goudvinkenafdeling van Mart is nog een hoekje met trofeeën. “Je bewaart ze toch wel zie ik.” Mart; “Jawel, maar ik heb er laatst veel opgeruimd. Want het is toch wel mooi om ze te verdienen met je vogels.”

Al enkele opeenvolgende jaren doet Mart van Doorn mee aan de COM wereld tentoonstellingen. Wereldkampioenschappen werden behaald met bijvoorbeeld grote goudvinken, appelvinken, witstuit barmsijzen, masker goudvinken en affini appelvinken. Mart van Doorn is trouwe inzender op de jaarlijkse BEC show bij Valkenhorst in Eindhoven/Oirschot. En als we het over de vogelringen hebben, omdat toevallig de avond er voor weer iemand bij mij door de telefoon mopperde over de leesbaarheid, is Mart kort en duidelijk: “Ik heb eerst ringen gehad van een andere organisatie. BEC ringen vind ik goed leesbaar. Prima.”

 

Goudvinken

Begin juli. Enkele goudvinken zitten nog met de laatste eieren, een flink aantal jongen zijn al zelfstandig en er liggen nog eieren en jongen in het nest. “Kijk hier bij de jongen die apart zitten zit een hele forse bruine. Dat kan wel wat worden.” Zo kijkt iemand die tentoonstellingen speelt graag naar de zelfstandige jongen. Ervaring speelt een rol. Bijna half juli heeft Mart 110 jonge grote goudvinken. Het kunnen er alleen maar meer worden.

“Mijn grote goudvinken komen onder andere van Jack Bloemen, een topkweker/tentoonsteller.” Als je goed wil kweken en vervolgens tentoonstellen dan is hier maar weer eens het bewijs; begin met goede vogels. Koop niet ergens een losse man en bij een ander een losse pop. In tegenstelling tot veel andere kwekers dit jaar, rept Mart van Doorn niet over een koud voorjaar, veel nesten met onbevruchte eieren, poppen die maar enkele eieren leggen en niet willen gaan broeden. Het blijkt; het kan anders, het kan beter. Bijna aan het eind van het kweekseizoen komt Van Doorn in Bladel aan rond de 150 jongen; veel grote goudvinken, appelvinken, groenlingen, kruisbekken en masker goudvinken.

De mogelijkheden om ongemerkt en zonder toestemming van Mart vogels bij hem mee te nemen worden belemmerd door technische voorzieningen die alle bellen, lampen, sirenes en toeters in werking zetten. “Als ze eenmaal vogels bij je weggehaald hebben dan word je voorzichtig.”

 

Voeding

Gebruikelijk hoofdvoedsel is een enigszins grof mengsel voor goudvinken (Nr. 212 van Vaessen uit Neerpelt (B).) Voor de appelvinken/kernbijters maakt Van Doorn een eigen mengeling. “Ik ben dit voorjaar begonnen met het eivoer van Easyyem, een Duits product dat ik ook in Neerpelt koop” licht Mart toe. “Ik doe daar in een de magnetron bereid roerei doorheen, gekiemd zaad van Blattner en gedroogde groenten met onder andere stukjes wortel, broccoli, spinazie, witte kool, courgette en paprika (Plant-It, Easyyem). Goed voor de kleur. Even laten wellen en dan door het eivoer. Verder zitten er ontdooide diepvries erwten in.”

 

Masker goudvinken

Lang niet meer gezien; masker goudvinken. “Die ouder vogels komen van Leo Noort.“

Te zien zijn twee koppels en enkele jongen. Zeldzaamheden. De oude vogels stevig in de rui; de jongen goed bezig met de jeugdrui. Van vogels als masker goudvinken is bekend dat het kweken van jongen niet altijd vlot verloopt om het maar voorzichtig te zeggen. Mart van Doorn: “Ik hou het er op dat het apart geven van chia zaden aan mijn maskers de sleutel tot het succes is.”

 

Appelvinken

Wat bij de vogels bij Mart van Doorn opvalt, is de rust. Grote goudvinken zijn van nature zo al niet schuw, masker goudvinken niet en hier evenmin de Europese appelvinken. Daarvan zitten de laatste poppen op het nest en Mart laat enkele goed gevoerde nestjongen zijn. Verderop in de volières zitten enkele vliegvlugge jonge appelvinken nog bij hun ouders.

Appelvinken verlaten tamelijk vroeg het nest. Ze zitten dan vaak, liefst een beetje verscholen, op de grond. De dennentakken in Mart’s volières met Europese appelvinken en een aantal soorten niet-Europese kernbijters geeft de vogels de mogelijkheid zich te verschuilen als de man te opdringerig wordt. Het biedt ook klauterhulp voor de jongen die het nest verlaten. Helaas voor mij, minder makkelijk om foto’s van de vogels te maken! Zo tegen het eind van het seizoen verdorren de dennentakken. Als de takken nog groen zijn dan zullen de kleuren van de vogels waarschijnlijk wel nog beter uit komen.

 

Kernbijters

De vogelliefde bij Mart van Doorn begint bij grote goudvinken (met veel jongen) en eindigt - zo was ook mijn rondgang langs de volières – bij grote kruisbekken met uitgevlogen jongen. Bij de jonge kruisbekmannen begint de kleur er al op te komen. In de tussenliggende volières zitten niet-Europese appelvinken of kernbijters: zwartrug kernbijter (Pheucticus aureoventris) uit Zuid-Amerika, affini appelvinken (Mycerobas affinis) uit het Himalaya gebied, witvleugel kernbijters (Mycerobas carnipes) voorkomend in Turkestan, Nepal en ook tot aan het Himalaya gebied. Vreemde vogels in de volières van Mart zijn een koppel Europese groenlingen en prachtige Rubicilla roodmussen. De man is een juweel om te zien.

 

Uitdaging

“Het kweken van Europese appelvinken en exotische kernbijters is voor mij een uitdaging. Als ik die kweek geeft me dat veel voldoening. Mijn Europese appelvinken – eerste helf juli 17 jongen - brengen hun jongen groot met eivoer en meelwormen. Affini kernbijters heb ik ook al gekweekt. Ze brachten hun jongen groot met licht gekneusde wijngaardslakken en levende wasmotlarven. Die slakken koop ik hier in de buurt bij een slakkenkwekerij. Daarop groeien de jongen geweldig. Na acht dagen kun je bij de vogels in het nest al zien dat de jonge mannen een okergele kleur krijgen. De jonge poppen worden zijn dan al donkergroen.”

Bij de rondgang, of eigenlijk een rondleiding, door Mart’s volières zien we een witvleugel kernbijter op het nest zitten. “Die beginnen altijd laat in het seizoen”, zegt Mart als bij nestcontrole blijkt dat het eerste ei juist vandaag gelegd is. Een paar dagen later zit de pop volgens de laatste informatie vast te broeden. De interesse voor kernbijters gaat bij Mart van Doorn ver: “Ik zou graag avond kernbijters willen hebben en kweken.”